Een warmteverliesberekening geeft een duidelijk inzicht in de hoeveelheid warmte die een gebouw verliest bij een specifieke buitentemperatuur.
Dit verlies ontstaat onder andere via wanden, vloeren, daken en ramen. Bij deze berekening worden de transmissie-, ventilatie- en infiltratieverliezen in kaart gebracht.
Daarnaast worden ook opstartverliezen meegenomen, afhankelijk van het type afgiftesysteem en/of een eventuele niet-residentiële bestemming.
Hoe beter het gebouw geïsoleerd en luchtdicht is, des te kleiner deze verliezen zullen zijn.
Om een lagere ontwerpvertrek- en retourtemperatuur te kunnen hanteren, is een onderbouwend document vereist dat aantoont dat het geïnstalleerde afgiftesysteem zodanig is ontworpen dat het beoogde comfortniveau wordt bereikt. Hierbij moet tevens rekening zijn gehouden met de opgegeven temperatuurparameters. Dit kan worden aangetoond met een dimensioneringsnota.
Dat is een installatie-eis, waarbij de ontwerpvertrektemperatuur van het water in het verwarmingssysteem maximaal 45°C mag bedragen. Onze berekeningen zijn geschikt als EPB-stavingsstuk, aangezien warmteverlies en warmte-afgifte per ruimte worden bepaald conform de geldende norm. Dit resulteert in een daling van 2 tot 6 E-peil-punten afhankelijk van het gebouw en de te plaatsen installatie.
Indien geen warmteverliesberekening met stavingsstuk wordt ingediend zal er een 15 % strengere e-peil eis gehanteerd worden.
Neem contact met ons op